De detector is ontworpen om maximaal 3 MPX-signalen te bewaken en een daarvan naar de uitgang te schakelen. De ingang die actief is, dwz de ingang die naar de uitgang wordt geschakeld, wordt ook weergegeven op het display en het audiosignaal ervan kan worden beluisterd via de hoofdtelefoonaansluiting.

Bij uitval van de hoofdingang wordt één van de andere twee bronnen naar de uitgang geschakeld. Het display van het apparaat geeft dit aan met de tekst BACKUP: MPX1, MPX 2 of MPX3. Deze status wordt ook weergegeven in de HTML-interface.

De MPX-signalen worden geschakeld via relais, zodat er geen invloed op het signaal is.

​

Bij een gedetecteerde stilte is de prioriteit van de ingangen waar naar wordt geschakeld, in de volgorde van het laagste ingangsnummer. Als bijvoorbeeld ingangen 2 en 3 beide aanwezig zijn, dan zal ingang 2 altijd verbonden zijn met de uitgang. Bij ingangen 1 en 2 is dit altijd ingang 1.

De statusmeldingen hiervan worden gedaan door middel van e-mails en SNMP. Alle instellingen kunnen worden gemaakt in de 4 HTML-pagina's. Deze kunnen worden geconfigureerd met een webbrowser (Firefox, Google chrome, etc.)

De detector controleert ook het 19 kHz signaal. Dit wordt ook weergegeven in de HTML-interface. U kunt kiezen of de detectie plaatsvindt door audiostilte of de afwezigheid van het 19 kHz-signaal.

Gebruik bij voorkeur ingang 1 als de hoofdingang. De reden is dat bij stroomuitval het relais ingang 1 naar de uitgang schakelt.

 

Aan de achterkant vind je de aansluitingen voor de MPX-ingangen en de netwerkaansluiting.

Er is ook een 9-pins D-connector met de tekst "Tally"

Hierop is een relaiscontact aangesloten dat de status van de melder aangeeft. Pin 1 = NC Pin 2 = NEE Pin 6 = gemeenschappelijk